Kleurenanalyse – deel 2

Je hebt een kleurenanalyse gedaan. Daaruit komt dat je heldere dan wel gedempte kleuren draagt. Hoe nu verder?

Heldere kleuren

Oké, jij bent dus het type dat het beste heldere kleuren kan dragen. Wat moet je doen om met deze intense en opvallende kleuren het best tot je recht te komen? In het seizoenensysteem ben je dan geanalyseerd als winter- dan wel lentetype. Of lente-wintertype, want dat kan ook nog als je tussen de seizoenen valt, zogezegd.

wintertype links – lentetype rechts

Contrasten, neutralen, weet ze te combineren

Je ziet er geweldig uit als je contrast aanbrengt in je kleding. Vooral licht en donker samen doen het goed. Let wel: als je klein bent, vermijd dan contrasten die horizontale lijnen suggereren. Die (indirecte) dwarse strepen doen je kleiner lijken. Je kunt dan bijvoorbeeld het beste een contrasterende bloes of overhemd dragen, maar zorg dan dat jasje en broek dan wel rok min of meer in één kleur zijn.

Draag je een neutrale kleur, dan combineer je dat altijd met een heldere kleur. Een neutrale kleur valt niet op, die vergeet je snel. En daarom heet-ie neutraal. Logisch toch? Denk aan zwart, grijs, donkerblauw, bruin, leverkleur, camel,(gebroken) wit. Vandaar dus dat je hem combineert met iets dat wel in het oog springt.

Draag een neutrale kleur altijd met een contrastkleur.

Zwart – kan het wel of niet?

Zwart is trouwens een kleur die niet iedereen staat, ook al denkt de halve wereld van wel. Het maakt vaak hard. En als je ouder bent, versterkt het de lijnen in je gezicht. Dat wil je toch niet? Lees mijn blog hierover.

Stel dat je een kledingstuk in de kast hebt hangen met een vergrijsde (of gedempte, in de andere terminologie) tint? Je weet het, het is niet je beste kleur, maar ja, je bent dol op dat kledingstuk. Wat te doen? Pep het op door het met wit te combineren of een andere heldere kleur uit je kleurenpalet. Zolang de heldere kleur maar dichtbij je huid zit, want daar gaat het om. Dat kan kan een top, maar ook best best een sjaal zijn.

Glans en schittering, ook voor mannen

Je kunt heel goed glanzende stoffen dragen. Dat geldt ook voor mannen. Dus als je een glanzende stof tegenkomt, laat je niet weerhouden. Die kan glad zijn, zoals satijn of zijde, maar je kunt ook heel goed een fluwelen jasje dragen als je dat leuk vindt.

Mannen kunnen ook glanzende stoffen dragen. En niet alleen op een feestje.

Vrouwen houden vooral van sieraden die glanzen en schitteren, zoals diamanten en als je dat niet kunt betalen: strass of Swarovski (ook niet zo goedkoop trouwens).

Bij glans en glitter is het belangrijk de scheidslijn tussen luxe en goedkoop in de gaten te houden. Voor je het weet, ga je over de schreef. Van ‘maagd’ naar ‘hoer’.

Gedempte kleuren

In de kleurenanalyse kom je naar voren als iemand bij wie gedempte kleuren goed staan. Dan ben je een herfst- of zomertype dan wel een combi van beide.

herfsttype links – zomertype rechts

Je draagt dan geen heldere opvallende kleuren, maar matte, vergrijsde, wat meer subtiele kleuren. Je komt wat minder de kamer binnenvallen dan het type van de heldere kleuren.

Je kleurencombinaties zijn meer ton-sur-ton. Dat wil zeggen dat de kleuren dichterbij elkaar liggen. Meer uit hetzelfde kleurenpalet dan die contrasten van de persoon met de heldere kleuren.

Jij gaat voor mat

Jij gaat meer voor stoffen en sieraden die mat zijn, zoals wol of katoen. Geborsteld metaal heeft jouw voorkeur. Mannenringen kunnen heel mooi zijn in geborsteld metaal. Vrouwen worden blij van parels en half edelstenen.